Primeur voor Scheepswerf Poppen en Haisma Scheeps- & Industriemotoren: eerste ingebouwde Stage V-motor in binnenvaartschip

Een bijzondere samenwerking tussen Scheepswerf Poppen uit Zwartsluis en Volvo Penta Center Haisma Scheeps- & Industriemotoren uit Harlingen. Samen zorgden zij voor een primeur: de eerste inbouw van een Stage V-motor op een binnenvaartschip. Opdrachtgever Theo Pouw Groep – dienstverlener voor de grond-, weg-, water- en betonbouw – kan hiermee verder bouwen aan zijn duurzame missie: het zoveel mogelijk beperken van de CO2-uitstoot. 

Met de nieuwe motor, een Volvo Penta D13, maakt het beunschip niet alleen een flinke sprong vooruit op het gebied van CO2-reductie. Ook de NOx-uitstoot (stikstof) wordt aanzienlijk verminderd. De motor beschikt namelijk over een zogeheten SCR-systeem (in de volksmond: AdBlue-systeem): een eis voor Stage V-motoren tot 400 PK en 300 kilowatt. Door de aandrijving met AdBlue wordt de NOx-uitstoot flink teruggedrongen.  

“Volvo heeft al veel ervaring met het nabehandelingssysteem SCR (Selectieve Katalytische Reductie, red.),” vertelt Oene Rozendaal van Haisma Scheeps- & Industriemotoren. “Voor trucks, grondverzet en de industrie. Maar dit soort motoren zijn anders dan die voor schepen. Volvo Penta heeft met zijn kennis en technologie een scheepsuitvoering van de D13 gemaakt die aan Stage V voldeed.” 

HVO-brandstoffen

Hierdoor neemt de stikstofuitstoot met 80 tot 90 procent af. “Het tweede grote voordeel is dat deze motor op zogenaamde HVO-brandstoffen kan draaien. Gemaakt van biologische, plantaardige brandstoffen in plaats van ruwe olie. HVO (Hydrotreated Vegetable Oil, red.) zorgt voor een CO2-reductie. Niet zozeer in het verbruik, maar wel bij de productie ervan. Daarbij komt veel minder CO2 vrij dan bij de productie van diesel. Dat in combinatie met het SCR-systeem maakt deze motor op dit moment state of the art als het gaat om uitstootreductie.”

Brandstofreductie

De schonere motor stelt de Theo Pouw Groep daarnaast in staat om zijn schip zo efficiënt mogelijk met brandstof om te laten gaan. Dat scheelt zo’n 8 tot 10 procent ten opzichte van de voorganger; een Volvo Penta D12 met 450 PK. “Onder meer door het hoge koppel van de D13, waardoor het brandstofverbruik lager ligt. De klant gaf aan ook met 400 PK uit de voeten te kunnen, door de motor anders toe te passen en het schip daarop aan te passen. Dat scheelt ook weer in brandstofverbruik.”

Nauwe samenwerking

Voor de hermotorisering van het binnenvaartschip werkte Haisma Scheeps- & Industriemotoren nauw samen met Scheepswerf Poppen. “Of wij een Stage V-motor wilden inbouwen, was de vraag van onze klant Theo Pouw uit Utrecht,” aldus Martin Poppen. “Natuurlijk wilden wij dat, maar wij zijn toch bovenal een scheepswerf. Wij zijn heel goed in metaalbewerken; schepen bouwen dus. In de loop der jaren hebben we wel ervaring opgedaan met het inbouwen van motoren. Wanneer wij een beunschip of kraanschip bouwen, leveren wij een compleet schip af, dus ook mét motor.” 

De samenwerking tussen Scheepswerf Poppen en Haisma Scheeps- & Industriemotoren liep gesmeerd. “Wij leverden het pakket kant-en-klaar aan,” legt Rozendaal uit. “Onder meer de regeling en toevoer van AdBlue, de uitlaatleidingen en sensoren die nodig zijn; dat bereidden we allemaal voor bij ons in Harlingen. Zo kon Scheepswerf Poppen de motor in een keer inbouwen. Het vergde evengoed veel communicatie, want er zit veel techniek achter. Dat luistert nauw. Maar met Poppen zit je dan helemaal goed.” 

Tweede project

Het bedrijf Haisma Scheeps- & Industriemotoren noemt het ‘fantastisch’ om een dergelijk project met dit bedrijf uit het Overijsselse Zwartsluis te hebben kunnen doen. “Poppen is een werf met vakmensen, die ervaring hebben met de machinekamer. Wanneer je iets voor het eerst doet, zoals het inbouwen van deze Stage V-motor, is het altijd een uitdaging. Dan heb je mensen met inzicht nodig. Dat is voor zo’n eerste project erg belangrijk. Wij werken al 25 jaar samen met Poppen. De lijnen zijn altijd kort en goed. Bedankt hiervoor Poppen.”

Nieuw project

Alle reden om deze succesvolle samenwerking voort te zetten. Binnenkort starten de twee bedrijven aan een gezamenlijk nieuw project: de inbouw van eenzelfde soort motor in een nieuwbouwschip. Dit keer een boegschroefmotor, in plaats van een motor voor de hoofdvoorstuwing. Wordt vervolgd dus.